THEMA 7- Utrecht Dit betekent dat veruit de meeste gemeentelijke bomen te lijden zullen hebben van de gevolgen van klimaatverandering. Het is daarom van belang om bij nieuwe aanplant soorten te kiezen die (matig) tolerant zijn voor droogte, en bij de keuze ook te zorgen dat de bomenpopulatie divers genoeg blijft. Het bomenbestand als geheel is dan beter bestand tegen klimaatverandering. Ook is het belangrijk om in te zetten op het behoud van oude bomen, omdat die het meest bijdragen aan groene baten. Ziekten en plagen Een ziekten- en plagenanalyse maakt standaard deel uit van de i-Tree Eco-analyse. Voor 36 (in de Verenigde Staten voorkomende) ziekten en plagen beoordeelt het model hoeveel bomen er vatbaar voor zijn en het percentage bladoppervlak dat hierdoor wordt beïnvloed. Van deze 36 ziekten en plagen komen er vijf voor in Nederland en drie, zoals de essenprachtkever, nog niet in Nederland maar al wel in Europa. Er zijn ook ziekten waar het model niet mee rekent omdat ze in de Verenigde Staten niet voorkomen. Is het mogelijk om de ecologische waarde van een boom te bepalen? In Utrecht is vooral gekeken naar de ecologische waarde van bomen in de zin van hun bijdrage aan de diversiteit van het bomenbestand. ‘Ecologische waarde’ is ook op te vatten als de waarde van een boom voor andere plant- en diersoorten: als woon-, rust- of nestelplaats, als foerageergebied of leefomgeving. Maar is deze waarde van een boom te bepalen? Uit literatuuronderzoek blijkt dat dit in principe moet kunnen, al is de ecologische waarde van een boom sterk afhankelijk van de omgeving waarin hij staat en is het erg specialistisch werk. Verder zeggen cijfers per boom nog niets over het bomenbestand als geheel. In ieder geval is deze methode nog niet compleet en nog niet rijp om te implementeren in i-Tree Eco. In i-Tree Eco is al wel de functie Wildlife beschikbaar, die vrij beperkt de geschiktheid van een gebied inschat voor een aantal (Amerikaanse) vogelsoorten. De beperktheid zit zowel in de geografische beschikbaarheid (10 steden) als het onderzoek waarop het gebaseerd is. De functie kan ook plannen voor habitatverbetering evalueren voor negen vogelsoorten (waarvan alleen de spreeuw in Nederland voorkomt). Op dit moment heeft de functie dan ook weinig waarde voor toepassing in Nederland. Ostrya carpinifolia 33
34 Online Touch Thema 7: (bio)diversiteit Home